Dit leert dit kopje mij over mijn weg naar minimalisme

Ik koop al een flinke tijd bewust geen servies meer. Er is namelijk een probleem met schattige kommetjes, bakjes, bordjes en kopjes: je kunt ze blijven kopen. Zowel nieuw als tweedehands. En dat wil ik niet doen. Ik koester liever de spullen die we hebben, het kopje van mijn oudtante, de gebaksbordjes uit de familie van mijn vriend.

Een gele koffiemok

Maar afgelopen week kocht ik een gele koffiemok. Gewoon, bij de Hema. Geen spannend design, niet fair of duurzaam en niet van een inspirerende, kleine winkel die ik graag wil steunen. Maar wel perfect geel en de perfecte maat voor koffies met (plantaardige) melk of cappuccino.

Hoe gedachteloos ik vroeger misschien een nieuwe beker in mijn mandje zou laden, zo verguld ben ik nu. Ik zit in mijn nopjes aan de koffie – geel maakt me instant vrolijk – en ik betrap me er zelfs op dat ik soms een extra bakkie neem, puur om uit mijn gele mok te kunnen drinken.

Minimalisme geslaagd

Ik weet zeker dat ik niet zo razend gelukkig zou zijn met deze aankoop als ik aan de lopende band servies zou sprokkelen. De aankoop was me er niet om te doen, maar nu ik kijk naar mijn gevoelens – ha, dat klink lekker plechtig – voor dit bekertje, de kinderlijke blijdschap als om een cadeau, weet ik dat ik grote stappen heb gezet in mijn route naar minimalisme.

Ik zal nooit een persoon met heel weinig spullen zijn. Daar is minimalisme ook niet om te doen. Minimalisme gaat om het hebben van genoeg van dat waar je blij van wordt, niet meer en ook zeker niet minder. Het gaat om waarderen wat je hebt en is voor mij daarmee ook een belangrijke leidraad in een duurzaam leven. Ik heb niet weinig, ik heb genoeg. En mijn drang naar meer is daarmee zoveel minder.

Ik heb geleerd dat niet het feit dat iets nieuw is me vreugde moet brengen, maar het object zelf, voor zover spullen dat überhaupt kunnen. Dit bekertje zal me daar aan blijven herinneren en is daarmee op een extra manier waardevol geworden.