Ik ben een koopjesjager. Mijn kast staat vol familieverpakkingen tandpasta en shampoo.Voor ik een apparaat aanschaf, struin ik eindeloos het internet af voor concurrerende prijzen en kortingscodes. Net zo lang tot inmiddels een nieuwe versie is uitgebracht en ik de oude voor een prikkie op de kop kan tikken. Als ik een A-merk in de aanbieding zie, buk ik achterdochtig naar onderin het supermarktschap om daar triomfantelijk te ontdekken dat de huis- en C-merken nog altijd goedkoper zijn. Dat ik hierdoor alsnog met een mandje vol dingen die ik eigenlijk niet nodig heb bij de kassa sta, laten we hier even buiten beschouwing. En natuurlijk houd ik met argusogen de sale in de gaten, waardoor ik zelden de volle mep voor een kledingstuk betaal.

Wat dat betreft is de wereld van de eerlijke mode even flink slikken. De keren dat ik meer dan 40 euro voor een kledingstuk heb neergelegd zijn op 2 handen te tellen. Sinds ik op mijn 15e kleedgeld kreeg, zag ik het als een sport om uit een combinatie van de H&M en Hans Textiel – die winkel ken je vast niet, maar de naam zegt genoeg – outfits bij elkaar te scharrelen waar ik meer complimenten over kreeg dan ik er euro’s voor had neergelegd.

Voor 40 euro koop je in de eerlijke webshop een tanktop. Of met iets meer geluk iets gezelligs met mouwen. Zeker, ook in deze branche lopen de prijzen sterk uiteen. Maar gemiddeld liggen ze toch een stuk hoger dan ik gewend was te betalen.

Ik houd mezelf natuurlijk voor dat kleding simpelweg niet gemaakt kan worden voor zulke lage prijzen, zonder dat de textielarbeiders daarvan de dupe zijn. En de hamsteraar in mij verzeker ik dat deze kleding natuurlijk stukken langer meegaat, waardoor ik zelden nog iets zal hoeven wegdoen. Een hemels vooruitzicht voor iemand die stug volhoudt dat een verschoten clownsneus of lichtgroen oogpotlood ‘heus nog wel eens van pas gaan komen’.

Maar mijn grootste houvast blijft… de kringloopwinkel! In dit een walhalla vraag ik me steevast af waarom mensen überhaupt nog nieuwe spullen zouden aanschaffen. Nu las ik van de week dat door Marie Kondo’s trend van ‘ontspullen’ kringlopen worden overspoeld met afdankertjes. Als kind wilde ik uit medelijden alle afgedankte knuffels op rommelmarkten adopteren, waardoor mijn ouders genoodzaakt waren me op een één-knuffel-per-rommelmarkt-dieet zetten. Vandaag de dag werp ik me graag op als beschermvrouwe van afgedankte kleding. Ik bied ze een warm plekje in de kast, een liefdevolle behandeling en regelmatig frisse lucht, beloofd!