Over plantenmargarine, principes, afwegingen en de Zara

Maandag las ik een gesponsord bericht van Groen Meisje Merel, waarin zij Becel Plantaardig aan de man bracht. Daarop kwamen nogal heftige reacties, met meermaals het oordeel dat Becel troep is en dat Merel daar als veganist haar vingers niet aan mocht branden. Een vreemde redenering vond ik zelf. Plantaardige margarine past prima in haar veganistische (ofwel: plantaardige) dieet, dus als Merel heeft zitten smullen van haar beschuitje Becel en hagelslag, mag ze daar natuurlijk positief over schrijven.

Er stond keurig vermeld dat het om een gesponsorde post ging, maar toch noemden verschillende mensen haar ongeloofwaardig en oneerlijk. Daarbij legden zij haar langs de meetlat van hun eigen normen in plaats van die van haar. Als veganist moet je blijkbaar niet alleen plantaardig, maar ook supergezond eten. Niet iets wat Merel zelf beweert – daar is ze ook hartstikke open over – dus het lijkt mij eigenlijk juist vrij oneerlijk om haar af te rekenen over een principe dat zij zelf niet per se uitdraagt.

Keuzes
Toch kwam in de discussie op Facebook ook een punt naar voren dat me interesseerde: zou Merel eigenlijk wel reclame moeten maken voor een product van Unilever, waar Becel onder valt? Dat is immers een multinational die lang niet al haar principes – bijvoorbeeld haar standpunt over dierenleed – uitdraagt. In eerste instantie vond ik deze vraag enorm overtrokken. Merel maakt immers geen reclame voor Unilever, maar voor een specifiek product dat aanluit bij haar leefwijze.

Toch zette het me aan het denken. Ik vroeg me af hoe ik zelf eigenlijk met dat soort kwesties om ga. Ook ik maak mijn afwegingen over het al dan niet kopen van producten en het steunen van bepaalde bedrijven. Hier ben ik de laatste tijd toevallig mee bezig geweest naar aanleiding van de aandacht voor de met duurzame materialen gemaakte collectie van Zara (die overigens al langer blijkt te bestaan, maar die blijkbaar niemand nog kende, ik ook niet).

Niet voor mij
Voor mij persoonlijk was het wat Zara betreft snel duidelijk: ik koop de collectie niet en ik zal ‘m ook niet promoten. Dat heeft zeker ook te maken met  het feit dat ik niet achter de bedrijfsvoering van het hele merk Zara sta. Ik kan een merk dat haar winstoogmerk gebaseerd heeft op het zo snel en goedkoop mogelijk laten opeenvolgen van collecties moeilijk serieus nemen op het gebied van duurzaamheid. Voor mij is Zara een symbool voor fast fashion en dat past niet bij hoe ik met kleding om wil gaan.

Toch is de bedrijfsvoering van Zara als geheel niet de uiteindelijke reden om haar duurzame collectie links te laten liggen. Ik heb duidelijke normen op het gebied van het kopen van kleding: het moet eerlijk geproduceerd en het liefst duurzaam geproduceerd zijn  (oh help, hier zijn alweer talloze gradaties en subnormen in te vinden) óf tweedehands. Als Zara een duurzame én eerlijk geproduceerde collectie had gepresenteerd, had ik daar zeker over geschreven en had het ook op mijn can-buy lijstje gestaan (of ik iets koop hangt natuurlijk af van wat ik nodig heb en of ik de collectie mooi vind). Zoals iemand op de facebook van De Groene Meisjes terecht opmerkte: waarom zouden bedrijven groenere dingen in hun productie opnemen als wij ze niet kopen?

Ik koop de Zara-collectie dus niet niet -snap je het nog? – omdat ik Zara uberhaupt een immoreel bedrijf vindt, maar omdat deze specifieke collectie niet voldoet aan mijn twee kledingprincipes: duurzame én eerlijke productie. Er zijn voor mij genoeg alternatieven die me wel beide bieden, dus laat ik Zara in de schappen liggen. Waarbij ik niet wil zeggen dat ik het niet snap als mensen het wel kopen. Zeker als men daarvoor de onduurzame Zaraatjes laat liggen, moedig ik het alleen maar aan.

Terug naar Merel en haar beschuitje met Becel. Als Merels twee basisprincipes bijvoorbeeld waren geweest dat ze plantaardig eet en geen plastic verpakkingen wil gebruiken, had ze vooral geen reclame moeten maken voor Becel plantaardig. Maar dat is dus niet het geval. Merel verdient haar geld – zoals ze het zelf verwoord – met het promoten van een plantaardige leefstijl aan zoveel mogelijk mensen. Je hoeft het niet te kopen als je het niet kunt rijmen met je eigen principes, maar zolang ze geen reclame maakt voor Unox rookworst, wijkt ze volgens mij niet af van haar normen en is er dus geen probleem.

ASN
Terwijl ik dit alles zat te overdenken, stuitte ik maandag ook nog op een bericht van de ASN bank. Ja, soms komt alles samen.

Het bericht stuitte me tegen de borst: ik vond het gek dat deze bank, die ik gekozen heb om haar strenge normen ten opzichte van duurzaamheid en eerlijke handel, zo kritiekloos meeging in het verhaal van Zara en haar moederbedrijf. Ik baalde en stond op het punt om ASN in een reactie tot de orde te roepen, toen ik me iets bedacht: zou ik met deze reactie niet hetzelfde eisen van ASN als de de anti-Unileverreageerders van Merel?

Daar heb ik eens flink over zitten peinzen en ik denk dat het toch anders zit. De investering van ASN lijkt meer op de Zara-kwestie dan op het Unilever-verhaal. Als de bank specifiek zou investeren in het verduurzamen van de Zara collectie, zou ik dat alleen maar aanmoedigen. Dat maakt duurzame kleding hopelijk beter bereikbaar voor meer mensen en dat is een goede zaak. Maar ASN investeert in het hele bedrijf Inditex, dat absoluut niet op alle vlakken handelt naar de normen die ASN stelt en die haar klanten wél van haar verwachten.

Dat brengt me op het tweede verschil: ik ben een klant van ASN. Ze investeren met míjn geld, wat ik ze ter beschikking heb gesteld in het vertrouwen dat ze er naar mijn morele standaarden mee handelen. Merel heeft ook volgers die op haar oordeel vertrouwen. Toch is zij hen niets schuldig. Als zij morgen inderdaad besluit om dat rookworst de geniaalste uitvinding ooit is – ik geef het weinig kans –  dan zal een deel van haar lezers weglopen, maar zij is hen niets schuldig.

Laat je horen
We leven in een kapitalistische wereld en als we producten willen die bij onze principes passen, moeten we ‘stemmen met onze portemonnee’ zoals dat zo mooi heet. En als je ‘tegen’ stemt door iets niet te kopen, kan het wat mij betreft geen kwaad om dat nog even te benadrukken bij het desbetreffende bedrijf. Dat is ook de reden waarom ik Zara via Twitter vroeg wanneer het woord ‘Care’ in de naam van hun klantenservice ook voor hun kledingarbeiders gaat gelden. Helaas kreeg ik een nietszeggend standaardantwoord terug, waarna ik hen liet weten dat ze mij terugzien als ze wel aan mijn normen voldoen. Gaan we dat nog meemaken? Ik hoop het van harte.

 

Intussen probeer ik de ontwikkelingen waar ik wel achter sta met jullie te delen. Dat zullen niet de normen van al mijn lezers zijn. Misschien gaat wat ik doe en vind je niet ver genoeg, vind je andere dingen belangrijker of heb je tips om nog dichter bij mijn principes te blijven. Die hoor ik graag, want ik ben nog lang niet uitgeleerd.

Zelfs lees ik blogs van mensen met allerlei groene normen, afwegingen en daden. Sommige pakken de wereld aan op heel andere manieren dan ik ooit zal doen. Maar juist die veelheid in vormen van groen leven vind ik zo inspirerend. Ik haal eruit wat ik kan gebruiken en respecteer hun inzet, ook als het niet mijn manier is. Met een tikkeltje bewondering en een begripvolle blik kom je denk ik verder dan met elkaar de maat nemen omdat het altijd beter kan. Daar mag best een kritische noot bij, maar bedenk dat het soms makkelijk oordelen is, zeker vanachter een computerscherm.